Jijzelf en je omgeving

Een hele belangrijke natuurkundige is Stephen Hawking. Hij studeerde nog toen hij te horen kreeg dat hij ALS had, daarbij vallen langzaam de zenuwcellen en spieren uit. Doormiddel van heel veel medische en technologische snufjes bleef hij niet alleen veel langer leven dan verwacht, maar ook om zich goed te ontwikkelen in zijn vak. Het is mogelijk dat dit komt juist dankzij zijn toestand. Ook keek Hawking waarschijnlijk anders naar de wereld, waardoor hij ook vooral veel meer over de sterren ontdekte. Daarom stel ik mezelf de vraag: Waarom is het belangrijk dat je als mens goed kijkt naar de omgeving?
Eerst ga ik de begrippen die erin voorkomen definiëren. Daarna ga ik wat vertellen over het veranderen van gedachtes. Vervolgens komt het interactieprobleem aanbod. Later verbind ik de situatie van het lichaam eraan. Ik sluit af met het materialisme.

Definities
Mijn hoofdvraag heeft te maken met het verband tussen de ziel, het lichaam en de omgeving. Deze begrippen ga ik dus verhelderen, omdat het alle drie best brede begrippen zijn.
De bekendste betekenis van de ziel is de persoonlijkheid van de mens, maar Plato ziet de ziel als het morele en intellectuele zelf die zich onderscheid met passies, lust, plezier en allerlei zintuiglijke aspecten van het menselijk bestaan.[1] Ik ga uiteraard Plato's definitie gebruiken.
Bij het lichaam denkt iedereen altijd meteen aan je botten, vlees en organen. Alleen filosoof Maurice Merleau Ponty omschrijft het als de bron van kennis, die veronachtzamen.[2] Ik ga natuurlijk Merleau Ponty's betekenis in dit essay verwerken.
Een gebied in de buurt of de mensen met wie je omgaat is vaak de betekenis die het woord 'de omgeving' vaak bij zich draagt en dit is ook de betekenis die ik ga gebruiken.

Boven jezelf uitstijgen
Mensen werken hun hele leven aan de beste versie van zichzelf (volgens hun perspectief). Zo zegt de achttiende-eeuwse Duitse dichter Goethe dat een mens die boven zichzelf uit wil stijgen bereid is om zijn ziel te verkopen aan de duivel.[3] Uiteraard heeft dit te maken met je omgeving, want ieder gebied heeft een heel ander idee van 'goed zijn'.
Maar de Duitse filosoof Peter Sloterdijk geeft door dat de mens door te oefenen en voortdurend aan zichzelf te werken zichzelf verandert.[4] Dit wil zeggen het dus niet mogelijk is om boven jezelf uit te stijgen, maar daar ben ik het niet mee eens want je bent met genoeg mensen om je heen die jou willen helpen waardoor jij dus boven jezelf uit kan stijgen. Zo laat wijsgerige antropologie zien hoe wij ons zelf ervaren. Wie we zijn, maar ook wie we willen zijn.[5] Daarom ben ik ook van mening dat de mens zichzelf zo kan ervaren dat ze zich willen aanpassen en dus een betere versie van zichzelf kunnen worden, oftewel boven zichzelf uit kunnen stijgen.

Interactie
Als een mens iets doet, doet hij dat meestal niet zonder erbij na te denken. Zouden de ziel en het lichaam dan met elkaar in verband staan? Oftewel het interactieprobleem, hoe kan iets onstoffelijks iets stoffelijks aansturen, zoals Descartes het zichzelf afvraagt.[6] Dat heeft dus ook weer te maken met de denkwijze van de mens die weer te maken heeft met de omgeving.
Toch zit Descartes hier met een dilemma. Hij zegt namelijk dat het lichaam en de geest niet/heel weinig met elkaar verbonden zijn. Hiermee bedoelt hij ook wel dat het intellectuele subject buiten de materiële wereld staat.[7] Alleen de Franse filosoof Maurice Merleau-Ponty is het hier totaal niet mee eens. Hij laat juist zien dat de interactie tussen lichaam en omgeving ontstaat door de bewustzijn.[8] Jij krijgt namelijk een bepaald gevoel als je iets of iemand ziet. Dat ontstaat vanuit het bewustzijn, wat weer tot actie leidt in het lichaam. Ook deze reacties zijn ooit ontstaan bij je persoonlijkheid en zijn ontwikkelt door je omgeving.

Situatie
Je mening of manier van denken ligt ergens natuurlijk ook aan je (lichamelijke) situatie. Als jij bijvoorbeeld in een rolstoel zit met een gebroken been verandert jouw mening misschien wel over hoe belangrijk het is dat het overal rolstoelvriendelijk is, doordat je nu zelf in die situatie zit. Dit geeft Merleau-Ponty ook aan.[9]
Socrates is het hier alles behalve mee eens. Hij geeft duidelijk aan dat lichaam en geest twee onderscheiden substanties zijn. De ziel is namelijk onsterfelijk en het lichaam niet. Soms zou het lichaam zelfs een last zijn voor de ziel.[10] Het lichaam zou dus niets te maken hebben met de manier waarop een mens over iets denkt. Maar Merleau-Ponty doorbreekt dit weer met de fenomenologie. Dit betekent dat bewustzijn altijd een bewustzijn 'van iets' is.[11] Een handeling die het lichaam ondergaat komt dus niet uit het niets. Het is dan ook niet mogelijk dat lichaam en geest niet met elkaar in verband staan.

Materialisme
De Franse arts en filosoof Julien Offray de La Mettrie geeft aan dat het mogelijk is dat de mens een machine is. Hiermee bedoelt hij ook dat de mens geen ziel nodig heeft, alleen een lichaam om alle handelingen uit te voeren. Dus ook dat de ziel en het lichaam van elkaar gescheiden zijn.
de Amerikaanse filosoof Hilary Putnam is het hier gedeeltelijk mee eens, maar geeft wel aan dat lichaam en geest afhankelijk zijn van elkaar. Als het lichaam namelijk ziek is, is de geest ook ziek. Dit wordt ook wel het monisme genoemd.[12] Maar volgens de Franse wetenschapsantropoloog Bruno Latour is de mens tegenwoordig zo verbonden met technologie dat het een mengeling is geworden met lichaam en geest.[13] Hiermee wordt dus ook bedoeld dat lichaam en geest steeds minder verbonden zijn. Juist doordat de technologie er als een spelbreker tussen komt.

Conclusie
Samenvattend, zowel de verbetering van jezelf als je handelingen worden beïnvloedt door de omgeving waarin je leeft en de mensen waarmee je contact hebt. Maar ook de situatie van je lichaam en het feit dat de technologie steeds meer in ons leven heeft invloed op hoe je naar je omgeving kijkt, wat weer je denkwijze verandert. Oftewel alles wat je doet begint bij wat je denkt, alles wat je denkt begint bij jouw mening en jouw mening begint bij ervaringen die jij hebt meegemaakt in je omgeving waar jij iets van vindt. Daarom is het zo belangrijk dat je als mens goed naar je omgeving blijft kijken.

©Romee Brans
V5A


[1] https://nl.wikipedia.org/wiki/Ziel_(filosofie)

[2] https://www.filosofie.nl/nl/artikel/5258/wat-het-lichaam-weet-merleau-ponty.html

[3] Durf te Denken blz. 18

[4] Durf te Denken blz. 18

[5] Durf te Denken blz. 18

[6] Durf te Denken blz. 22

[7] Durf te Denken blz. 21

[8] Durf te Denken blz. 24

[9] Durf te Denken blz. 25

[10] Durf te Denken blz. 19

[11] Durf te Denken blz. 26

[12] Durf te Denken blz. 22

[13] Durf te Denken blz. 26


De brug tussen de twee werelden, de mens

Misschien moet je dadelijk wel huilen... Omdat je mijn essay zo verschrikkelijk slecht vond bijvoorbeeld. Of moet je kei hard lachen om dezelfde reden. Mensen zijn nogal goed in het tonen van hun emoties. Dit heeft zijn voor- en nadelen. Het is een soort uitlaatklep voor iedereen, maar je kan door je emoties te tonen jezelf ook een beetje laten gaan en daar iemand heel erg mee kwetsen.

De mens is volgens onderzoek het enige levende wezen dat emoties kan tonen én daarbij ook nog kan nadenken. Alleen niet alle mensen doen dat even goed of beseffen niet waarom dat moet. Daarom stelde ik mezelf de vraag: 'Waarom is het belangrijk dat een mens zijn of haar emoties toont, maar ook blijft nadenken?'.
Eerst ga ik de definities van belangrijke woorden uitleggen, daarna bekijk ik de emoties die de mens uit, later ga ik ook nog kijken naar de rede, verder ga ik redeneren wat de twee werelden inhouden en als laatste ga ik uitzoeken wat de cognitieve benadering hiermee te maken heeft.


Definities
Ik ga de belangrijkste woorden die in dit essay voor gaan komen beschrijven.
Als eerst ga ik emoties bespreken. Het is een woord met vele betekenissen. Zo geeft Descartes aan dat het passies zijn die je overvallen en laat zien aan de buitenwereld, maar James geeft aan dat het vanuit lichamelijke reacties komt. Ik zal beide definities gebruiken in dit essay.
De rede is iets simpeler. Dat is nadenken. Over van alles en nog wat, je acties, emoties, maar zo reflecteer je jezelf ook.


Emoties
Uit onderzoek is gebleken dat één van de weinige verschillen tussen robots en mensen is dat mensen emoties kunnen tonen. Descartes geeft over onze emoties (hij noemt het ook wel passies) aan dat ze ons overvallen, we zijn passief er aan overgeleverd en ze kunnen ervoor zorgen dat we ervan buiten onszelf kunnen raken. Descartes zegt dan ook om deze reden dat het onwaarschijnlijk lijkt dat een robot deze tactiek zal moeten toepassen. Deze passies kunnen gunstige maar ook ongunstige effecten hebben. Volgens Descartes is het dan ook nooit goed om te veel aan je emoties toe te geven.[1]
Hier is William James het alleen niet mee eens. Hij beweert dat emoties niet ontstaan vanuit passies, maar vanuit lichamelijke reacties. Oftewel emoties zijn verschijnselen die gepaard gaan met duidelijke zichtbare veranderingen.[2] Hiermee bedoelde hij dan ook dat je die emoties niet onder controle hebt en er dus ook niet bij na kunt denken. Deze ontstaan namelijk bij waarneming. Dit gaat zo snel dat je er eigenlijk niet over na kan denken, want volgens hem ontstaan emoties door lichamelijke veranderingen. Dus voordat je erbij na kan denken heb je je onbewuste emoties al geuit.
Spinoza is het op dit gebied absoluut niet eens met James. Hij is het weer eens met Descartes. Bij hen gaat het om de naturalistische benadering, dit betekent dat emoties behoren tot de menselijke natuur. Dit is volgens Spinoza ook niet historisch bepaald. Emoties zijn voor iedereen hetzelfde bij alle waarnemingen.[3]


De rede
Net had ik het over het verschil tussen mens en robot. Nu ga ik praten over het verschil tussen mens en dier. Dit gaat over het denken. Helmuth Plessner geeft aan dat dit te maken heeft met centriciteit (met het lichaam samenvallen) en excentriciteit (zich verhouden met je eigen lichaam). Mensen zijn excentrisch en dieren centrisch.[4] Dit is ook waarom mensen die gaven moeten gebruiken om na te denken over hun acties en emoties.
Maar volgens Charles Darwin zullen dieren zich net als mensen steeds verder gaan ontwikkelen.[5] Zo gaan ze dus uiteindelijk net zoveel nadenken als mensen. Wat ze volgens Charles Darwin al een beetje doen.
Nietzsche en Heidegger hebben hier alleen hele andere ideeën over. Nietzsche geeft ten eerste aan dat de mens een gebrekkig dier is. En ze spelen een dubbelrol: De mens is steeds tegelijk lichaam en een mens heeft dit lichaam.[6] Heidegger beweert verder nog dat de mens zich bewust is van zijn eigen tijdelijkheid en andere levende wezens niet.


Twee werelden
Net hebben we de, volgens Descartes, twee aparte werelden besproken. Nu gaan we kijken wat die twee met elkaar gemeen hebben en welke rol de mens hierin speelt. De twee werelden gaan over het denken en acties ondernemen. Het gaat er hier volgens Aristoteles vooral om dat het levende lichaam niet bestaat zonder de ziel.[7]
Hier is Charles Darwin het ook niet mee eens, want wederom geeft hij aan dat dieren ergens wel een denkvermogen moeten hebben, doordat onderzoekers toch dieren bekeken hebben en ze denken aan hun gedrag te zien dat ze te slimme acties ondernemen zonder erbij na te denken.[8]
Maar Nietzsche denkt hier heel anders over. Hij beweert namelijk dat de mens de enige diersoort is die beschikt over de rede. Hij denkt verder ook dat mensen onaffe dieren zijn, maar dat wij verder wel als enige beschikken over de intellectuele gave.[9]


Cognitieve benadering
Iedereen reageert anders op waarnemingen. Dit is volgens Nussbaum dan ook de rede dat wij als mensen zo heftig reageren op alles. Dingen vallen ons op en wij hebben daar een bepaald gevoel bij.[10] Andere mensen kunnen hier goed anders over denken en dat is waarom wij het zo uiten zonder erbij na te denken. Zo kunnen we onszelf af en toe verliezen in onze emoties, maar wij hebben nou eenmaal een ziel en daar kunnen wij niets aan doen.
Briggs is ook iemand die zich bezig houdt met de cognitieve benadering, maar die geeft wel aan dat mensen hun emoties anders kunnen uiten en na kunnen denken over je eigen en andermans gedrag.[11]
Toch blijft Nussbaum bij de bewering dat we als mensen veel waarde hechten aan iets of iemand en daar met ons verstand een oordeel over vormen en die ook uiten.


Conclusie
Samenvattend, wij als mensen tonen graag onze emoties om op die manier onze mening te geven. Wij zijn het enige levende wezen (tot nu toe) dat zowel emoties kan tonen én kan nadenken. De mens heeft ook de speciale gave om naar jezelf te kunnen reflecteren. Ook de twee werelden zijn van groot belang voor de mens. Die theorie bevestigt dat de mens zowel acties (of emoties) kan ondernemen , maar er ook over na kan denken. En dat is eigenlijk waar mijn essay over ging. Dan geeft de cognitieve benadering aan dat het belangrijk blijft om rekening te houden met elkaar. Niet alleen gevoelens, maar ook cultuur etc. Dat is dan ook het antwoord op mijn vraag. Dus onthoud, als je dit essay leest en denkt: wat slecht, ik kan wel janken! Geef aan waar ik het misschien iets beter kan doen, maar ga niet in mijn gezicht zitten huilen☺.


[1] Durf te Denken blz. 28


[2] Durf te Denken blz. 28


[3] Durf te Denken blz. 27


[4] Durf te Denken blz. 33


[5] Durf te Denken blz. 34


[6] Durf te Denken blz. 33


[7] Durf te Denken blz. 32


[8] Durf te Denken blz. 34


[9] Durf te Denken blz. 32


[10] Durf te Denken blz. 31


[11] Durf te Denken blz. 30



Romee Brans


Ik schrijf voor mijn lessen filosofie verschillende essays die ik hier zal posten.

 

Neem contact op

Schrijf me of volg me online

Heeft u vragen over mijn werk of suggesties voor een artikel? Schrijf me en deel uw ideeën met mij.

Contacteer mij...

© 2019 Blog van Romee. Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin